THUIS BIJ TER BORCH, lezing 31 oktober 2025

Aan de hand van rijk beeldmateriaal gaf kunsthistorica Carolien ten Bruggencate, conservator bij museum De Fundatie, een lezing over de 17e-eeuwse Zwolse kunstenaarsfamilie rondom Gerard ter Borch de Jonge (1617-1681). Ze liet zien hoe hun nalatenschap ons inzicht geeft in 17e-eeuws kunstenaarschap en gezinsleven. 

Als vader van 13 kinderen was Gerard ter Borch de Oude (1584-1662) vooral ook leermeester én stimulator voor zijn kinderen. “Gemaakt als 7-jarige” schrijft hij trots bij een knappe tekening van een paard met ruiter van zijn oudste zoon Gerard de Jonge.

Zijn oudste zoon ontwikkelde zich tot een kunstenaar van naam, bekend om zijn genretaferelen, portretten en het prachtig glanzende satijn van zijn geschilderde kleding.

Ook zussen en broers – m.n. Gesina, Harmen en Moses – waren talentvolle tekenaars en schilders. Het bijzondere is dat er dankzij Gesina een enorme verzameling tekeningen, schetsboeken en albums bewaard is gebleven. De verzameling toont ons het alledaagse Zwolse leven van de 17e eeuw: huisraad, interieur, kleding en beelden van de stad.

Ten Bruggencate belichtte goed hoe het toeging in de familie: het atelier-gebeuren had niet de klassieke meester-leerling structuur, maar was vooral een familieproces: vader, kinderen, zussen/broers werkten samen, stonden ook model voor elkaar; vaak herkenbaar door hun wipneus.

Na de lezing kijk je anders naar de 70 werken en 35 schilderijen – afkomstig uit Nederlandse, Europese en Amerikaanse musea – die tot 1 februari 2026 in Zwolle zijn te zien: dankzij de lezing zie je meer dan alleen de mooie plaatjes, ook de familiale verbindingen, de samenwerking en het atelierleven van deze internationaal gewaardeerde familie. En heb je nóg meer oog voor de satijnkleding en de Zwolse context.

Met 26 bezoekers was de synagoge gezellig gevuld.